Ondernemen in zorg en welzijn

De auteurs van dit boek hebben je vanuit verschillende invalshoeken een inkijkje gegeven in de wereld van ondernemen in zorg en welzijn. Je hebt onder andere kennis kunnen nemen van […]

Auteur(s): Lilian Beijer, Roelof Ettema
Bindmethode: Paperback
Taal: Nederlands
Druk: 1e druk
ISBN: 9789055163458
Prijs: € 49,00
Aantal pagina’s: 302 pagina's

Samenvatting

De auteurs van dit boek hebben je vanuit verschillende invalshoeken een inkijkje gegeven in de wereld van ondernemen in zorg en welzijn. Je hebt onder andere kennis kunnen nemen van veranderende visies op zorg en gezondheid door de tijden heen, van relevante theorieën die gerelateerd zijn aan ondernemerschap en van praktijkvoorbeelden die aanpakken voor succesvol ondernemen en innoveren illustreren. Het is duidelijk dat ondernemen en innoveren in onze continu veranderende wereld cruciaal is. De geboden inzichten zijn niet alleen belangrijk om zelf met veranderingen ‘mee te komen’. Ze bieden je vooral ook de mogelijkheid om bij te dragen aan de effort die noodzakelijke veranderingen tot stand kan brengen voor een leefbare wereld. Je bent dan als het ware zelf onderdeel van veranderingen en kunt in deze hoedanigheid verschillende rollen vervullen. Je kunt de visionair zijn, de aanjager en motivator, de uitvoerder, de ambassadeur, de expert enzovoort. Wellicht vervul je op dit moment in een veranderingstraject meerdere rollen tegelijk en neem je op dit moment zelfs deel aan meerdere initiatieven waarbij je verschillende rollen vervult. Als (aankomend) professional is het goed om je te oriënteren op de veelheid aan actieve en ondernemende rollen die je kunt vervullen, of je nu werkzaam bent in loondienst, als zelfstandige ondernemer zonder personeel of als eigenaar van een onderneming. ‘Kijk om je heen en pak je kansen’ is dus het devies!

Ondernemen beschreven wij in de inleiding als ‘het benutten van kansen die nog niet onder controle zijn’. Ondernemen betekent dus ook het nemen van risico’s, want het is natuurlijk mogelijk dat een innovatie niet het gewenste effect heeft, bijvoorbeeld doordat de technologie niet passend blijkt te zijn of omdat het innovatieve product of de nieuwe dienst bij nader inzien geen oplossing blijkt te bieden voor het probleem. Dan is het essentieel dat je het risico op voorhand kunt inschatten en een beeld hebt van wat de consequenties zijn voor jouzelf en voor andere betrokkenen. Juist daarom is kennis vanuit de verschillende invalshoeken, zoals we die besproken hebben, zinvol. De kennis en inzichten in dit boek helpen een ondernemende professional niet alleen om in te schatten of zijn innovatieve product past binnen bijvoorbeeld de maatschappelijke, technologische en organisatorische trends of binnen het streven naar waardegedreven zorg, maar ook om rekening te houden met factoren die de implementatie en opschaling kunnen beïnvloeden.

In dit boek nemen de begrippen ‘waardecreatie’ en ‘toegevoegde waarde’ een centrale plaats in, want daar draait het om bij ondernemen in zorg en welzijn. Illustratief is het gegeven dat zorg- en welzijnsorganisaties in een aantal gevallen, om te kunnen samenwerken over de domeingrenzen van zorg en welzijn heen, diensten leveren waarvoor zij in eerste instantie geen vergoeding krijgen. Echter, als de samenwerking leidt tot een afname van de zorgvraag, bijvoorbeeld bij multiprobleemgezinnen die nu integraal antwoord krijgen op vragen die in meerdere zorg- en welzijnsdomeinen liggen, dan kunnen we spreken van een aanzienlijke toegevoegde waarde. Over de financiering van de geleverde zorg- en welzijnsdiensten kan echter pas onderhandeld worden als de effecten bij de financier aangetoond kunnen worden. Zo kan dus een kans op interventies van zorg en welzijn worden gegrepen waar aanvankelijk geen financiering voor was. Die (te benutten) kans was aanvankelijk nog niet onder controle, om maar te spreken in termen van de gegeven definitie van ondernemerschap. De risico’s betreffende het voorfinancieren en een mogelijke afwijzing van de financier moeten instellingen voor lief nemen vanuit het vertrouwen in de toegevoegde waarde van hun handelen. Dergelijke ondernemende denk- en werkwijzen zijn vaak voorwaardelijk voor innovaties en dus voor verbetering van de dienstverlening in zorg en welzijn. Ook hier is zicht op de verschillende invalshoeken van ondernemerschap in zorg en welzijn helpend bij het inschatten van het te nemen risico.

In vogelvlucht blikken we terug op de inhoud van dit boek. In hoofdstuk 1 zijn de zorgondernemers Pieter van Weijen en Enrike Rutte aan het woord. Pieter vertelt hoe hij met zijn bedrijf inn4cure een deel van de zorg met digitale oplossingen invult, waardoor er meer door meer preventie en zelfmanagement van burgers mogelijk is en daarmee minder zorgverleners nodig zijn. Enrike beschrijft hoe zij met haar flexbureau HappyNurse inspeelt op de noodzakelijke match tussen vraag en aanbod van zorgmedewerkers en betogen dat wij een beweging moeten maken van aanbodgedreven zorg naar het centraal stellen van het ‘thuis van de burger’.

Het verhaal van beide ondernemers past naadloos in het beeld dat Guus van Montfort en Ruben van Zelm in hoofdstuk 2 schetsen: de vraag naar de zorg zal de komende jaren groeien, terwijl aan de aanbodzijde ook de nodige beweging voorzien wordt. Arbeidsmarktproblematiek, technologische, wetenschappelijke en geneeskundige ontwikkelingen staan immers niet stil. Samen leidt dit tot vragen over de houdbaarheid van zorg. In navolging van Donald Berwick plaatsen zij dit in historisch perspectief: het tijdperk van de opkomst van de professie. Ook kijken zij naar het huidige perspectief en blikken terug op het tijdperk van de opkomst van de professie: het tijdperk van verantwoording en transparantie, wat zich kenmerkt door veel regeldruk. Vervolgens kijken zij naar de toekomst: het morele tijdperk, waarin negen toekomstige veranderingen de rol van de ondernemende zorgprofessional kunnen versterken.

In hoofdstuk 3 constateren Sanneke Schepman en Lieve Hendriks dat het ecosysteem van zorg en welzijn in Nederland nog te veel gericht is op zorg en ziekte, in plaats van op gezondheid en gedrag. Ook wijzen zij op grote personele tekorten en op wijzigingen in technologische trends, trends in consumentengedrag en demografische en economische trends die van invloed zijn. Zij pleiten voor een goed besef van wie de belangrijke spelers zijn in zorg en welzijn en van de factoren waarmee de komende jaren rekening gehouden moet worden. Alleen dan kunnen relevante spelers samenwerken in een passend ecosysteem.

Ook Joris Arts hecht aan een bredere blik. Hij beschrijft in hoofdstuk 4 dat er voor zorg en welzijn veel te winnen is door te leren van andere sectoren. Aan de hand van vijf thema’s in een elftal casussen, van PostNL en easyJet tot aan de Efteling en de HEMA, laat hij zien hoe in andere sectoren succesvol gebruik is gemaakt van nieuwe mogelijkheden die ook voor zorg en welzijn gelden.

In hoofdstuk 5 wijzen Jeroen Kemperman en Wil van Erp op de invloed van bekostiging van de zorg op de inrichting en vormgeving van zorgprocessen. Ze onderschrijven daarbij de noodzaak van een zorgoverstijgend perspectief en bieden zicht op mogelijkheden om ook maatschappelijke effecten in cijfers uit te drukken. Zij lichten de ‘why’, ‘how’ en ‘what’ van nieuwe businessmodellen in de zorg toe en werken aan de hand van een aantal praktijkvoorbeelden een aantal briljante businessmodellen uit.

Ook de morele kant van ondernemen in zorg en welzijn heeft een plek in dit boek. Marlou de Kuiper en Greet Zwart gaan in hoofdstuk 6 in op ethische dilemma’s in de zorg- en welzijnssector en bespreken het concept van moreel handelen op basis van een moreel kompas. In dit verband komen ethische stromingen zoals het consequentialisme en de deugdethiek aan de orde. Zij sluiten af met het model van Tronto voor zorgethiek, dat concrete handvatten biedt voor ethisch of deugdelijk ondernemen.

In hoofdstuk 7 bespreken Everard van Kemenade en Marian Adriaansen competenties voor ondernemen in de zorg en welzijn. Zij stellen dat het kunnen omgaan met onzekerheid en risico’s die de complexe systemen in zorg en welzijn kenmerken, een kerncompetentie is. Het vereist dus talenten en moed om te ondernemen, ongeacht of om het ondernemen in loondienst of als zelfstandig ondernemer gaat. Zij introduceren ook het begrip ‘emergentie’: de manier waarop nieuwe patronen ontstaan uit een veelvoud van vaak eenvoudige interacties die leiden tot verbeteringen. Zes competenties die tezamen de acroniem MEDUSA vormen betreffen: Mogelijk maken, Eenheid smeden, Dromen, Uitwisselen, Sensitiviteit voor context en Aanpassingsvermogen.

We zagen al eerder dat ondernemen risico’s op mislukken met zich meebrengt. Dit is een belangrijk gegeven, waarover doorgaans eerder gezwegen dan gesproken wordt. Paul Iske en Bas Ruyssenaars, oprichters van het Instituut voor Briljante Mislukkingen, sporen in hoofdstuk 8 aan om faalervaringen te delen en roepen op tot actie in deze (call to action). Zij pleiten voor vooruitkijken in innovatieve trajecten, waarbij eerdere faalervaringen, ook van anderen, benut worden voor de analyse van mogelijke faalpatronen in het te doorlopen traject. Zij spreken daarom over faalopbrengsten en onderstrepen het belang van cyclisch leren: leren vóór projecten, leren tijdens projecten en leren na projecten. Ze sluiten af met handelingsperspectieven om barrières voor implementatie van een innovatie te beslechten.

Tot slot laten Gerard Verstegen en Koos Wagensveld in hoofdstuk 9 zien dat innovatieve zorg- en welzijnsorganisaties een hedendaags management-controlsysteem nodig hebben. Zij leggen uit dat controle en vertrouwen in een innovatieve onderneming geen paradox hoeft te zijn. Met andere patronen van control, zoals soft controls die gericht zijn op de onderlinge dialoog, leren en innoveren, kunnen zorg- en welzijnsorganisaties meer sturen op vertrouwen in hun medewerkers dan op ‘harde controls’ en toch in control blijven.

Het zal duidelijk zijn dat je als ondernemer actief kunt bijdragen aan een toekomstbestendige inrichting van zorg en welzijn. Oog voor waardecreatie tegen de achtergrond van actuele en toekomstige ontwikkelingen, zicht op de spelers in het veld, een moreel besef en zelfreflectie zijn daarbij onmisbaar. Met dit boek hopen wij jou te inspireren en te ondersteunen bij jouw ondernemende rol in zorg en welzijn!

Over de auteur(s)

Lilian Beijer

Lilian Beijer

Dr. Lilian Beijer is van origine logopedist en taal- en spraakpatholoog en heeft ruime ervaring met interdisciplinaire samenwerking binnen de neurorevalidatie. Zij promoveerde in 2012 aan de Radboud Universiteit op haar onderzoek naar de potentie van een webapplicatie voor spraaktraining voor patiënten met Niet Aangeboren Hersenletsel.

Meer over deze auteur
Roelof Ettema

Roelof Ettema

Dr. Roelof Ettema is verpleegkundige, verplegingswetenschapper, heeft een bedrijfskundige achtergrond en is klinisch epidemioloog. Als medeoprichter van de Master Innovatie in Zorg en Welzijn is hij gespecialiseerd in integratie van zorgservices en het ontwerpen en organiseren van het personaliseren van zorg aan burgers/cliënten/patiënten (BCP's) met complexe zorg en welzijnsvragen.

Meer over deze auteur

Beoordelingsexemplaar

Als docent, onderwijsontwikkelaar of studiecoördinator zoek je natuurlijk het boek dat goed past bij de opleiding waar je verantwoordelijk voor bent. Om te beoordelen of onze boeken ook voor jou de juiste keuze zijn is het mogelijk om een gratis beoordelingsexemplaar aan te vragen. Wij zijn erg benieuwd naar jouw bevindingen van het boek, daarom nemen we na een maand nog even contact met je op.

Hidden
Naam(Vereist)
Adres(Vereist)
*Het privacy statement van Concept Uitgeefgroep is van toepassing op dit formulier.